Historische achtergrond
Boulets à la Liégeoise (ook wel “Liège-ke gehaktballen” genoemd) zijn een klassiek gerecht uit de stad Luik in Wallonië, België. Het gerecht ontstond in de 19e eeuw toen voedzame en goedkope maaltijden populair waren bij arbeidersgezinnen in industriesteden zoals Luik. In die tijd floreerde de Luikse regio dankzij steenkoolmijnen en staalindustrie. Boulets à la Liégeoise was een vullend, betaalbaar en hartverwarmend gerecht dat ideaal was na een lange werkdag.De saus staat bekend als “sauce lapin”, wat verrassend genoeg niets met konijn te maken heeft. De naam komt vermoedelijk van de bijnaam van een huisvrouw genaamd “Madame Lapin” die de saus populair maakte.
Ingrediënten (voor 4 personen)
Voor de gehaktballen:
-
500 g gemengd gehakt (rund en varken)
-
1 ei
-
1 sneetje wit brood (zonder korst), geweekt in melk
-
1 kleine ui, fijn gesnipperd
-
Peper en zout
-
Nootmuskaat
-
Paneermeel (optioneel, voor textuur)
Voor de saus:
-
2 uien, in ringen gesneden
-
2 eetlepels Luikse siroop (appel-perenstroop)
-
1 eetlepel mosterd
-
300 ml runds- of kippenbouillon
-
1 eetlepel azijn
-
1 klontje boter
-
Eventueel maïzena of bloem om te binden
-
Rozijnen (optioneel, naar smaak)
Bereiding
1. Gehaktballen maken
-
Meng het gehakt met het ei, geweekt brood, ui, peper, zout en een snuifje nootmuskaat.
-
Voeg eventueel paneermeel toe als het mengsel te nat is.
-
Vorm er stevige ballen van (ongeveer 3 à 4 stuks).
-
Bak de ballen rondom bruin in boter in een pan, en leg ze daarna even opzij (ze hoeven nog niet volledig gaar te zijn).
2. Saus bereiden
-
Bak in dezelfde pan de uienringen glazig.
-
Voeg de Luikse siroop, mosterd, azijn en bouillon toe.
-
Laat zachtjes koken en voeg de gehaktballen opnieuw toe.
-
Laat alles 30–40 minuten sudderen op een laag vuur tot de ballen gaar zijn en de saus mooi is ingedikt. Voeg eventueel rozijnen toe.
-
Indien nodig, bind de saus met wat maïzena of bloem.

Claire Delmarche est née à Jette, a grandi à Forest et vit aujourd’hui à Saint-Josse.
Bruxelles, elle la traverse en tram, en vélo ou à pied, carnet en main et casque sur les oreilles. Formée à l’IHECS, passée par quelques rédactions « où on met plus de temps à remplir un tableau Excel qu’à écrire un article », elle a vite compris qu’elle serait plus libre en dehors des circuits classiques.
Claire aime les histoires à hauteur d’humain. Celles qu’on ne voit pas dans les grands JT. Elle écrit sur la vie des quartiers, les luttes sociales, les brasseries de quartier qui ferment, les collectifs citoyens qui s’organisent, les contradictions bruxelloises qu’on adore détester.
Bilingue (et brusseleir par adoption), elle jongle entre les langues comme entre les tramways de la STIB. Elle refuse la neutralité molle et préfère le regard juste, nuancé, sincère, même s’il dérange.
Membre fondatrice de informations.brussels, elle y signe des papiers bruts, tendres ou caustiques — mais toujours vrais.
Sa devise : « Écouter avant d’écrire. Et toujours relire à voix haute. »
0 reacties