Historische achtergrond

Poffertjes zijn een typisch Nederlands lekkernij die hun oorsprong vindt in de 18e eeuw. Ze worden vaak geassocieerd met feestelijke gelegenheden en markten. De kleine, luchtige pannenkoekjes zijn bijzonder geliefd vanwege hun zachte textuur en de traditionele topping van poedersuiker en boter.De oorsprong van poffertjes ligt waarschijnlijk in de vroege geschiedenis van de Nederlandse keuken, waarin de behoefte aan eenvoudige, goedkope en smakelijke gerechten werd benadrukt. Het woord “poffertje” is een verkleinwoord van “poffer”, wat in het Nederlands “pannekoek” betekent. Ze werden oorspronkelijk gebakken in een speciale poffertjespan, die kleine holtes heeft waarin het beslag zich verzamelt, wat zorgt voor de typische bolvorm.

Ingrediënten:

• 250 g bloem

• 1 zakje (7 g) droge gist

• 2 eetlepels suiker

• Snufje zout

• 1 ei

• 250 ml melk

• 50 g gesmolten boter

• Poedersuiker (voor het bestrooien)

• Boter (voor het bakken)

Bereiding:

1. Meng de droge ingrediënten:

   • Zeef de bloem in een grote kom.

   • Voeg de droge gist, suiker en een snufje zout toe.

2. Voeg de natte ingrediënten toe:

   • Klop het ei los in een aparte kom.

   • Verwarm de melk een beetje (niet te heet) en voeg deze samen met de gesmolten boter toe aan de droge ingrediënten.

   • Roer het geheel goed door tot je een glad beslag krijgt.

3. Laat het beslag rijzen:

   • Dek de kom af met een schone theedoek of plastic folie en laat het beslag ongeveer 1 uur rijzen op een warme plaats. Het beslag moet in volume verdubbelen.

4. Verwarm de poffertjespan:

   • Verwarm een poffertjespan op middelhoog vuur en vet de holtes in met een beetje boter.

5. Bak de poffertjes:

   • Als de pan goed heet is, giet je het beslag in de holtes (gebruik een lepel of een speciaal flesje). Vul de holtes voor ongeveer 2/3 met beslag.

   • Bak de poffertjes ongeveer 1-2 minuten aan de onderkant, totdat ze lichtbruin zijn. Gebruik een vork om ze om te draaien. Bak ze nog een minuut aan de andere kant.

6. Serveer:

   • Leg de poffertjes op een bord en bestrooi ze met poedersuiker. Voeg eventueel een klontje boter toe.

Claire. Delmarche

Claire Delmarche est née à Jette, a grandi à Forest et vit aujourd’hui à Saint-Josse.
Bruxelles, elle la traverse en tram, en vélo ou à pied, carnet en main et casque sur les oreilles. Formée à l’IHECS, passée par quelques rédactions « où on met plus de temps à remplir un tableau Excel qu’à écrire un article », elle a vite compris qu’elle serait plus libre en dehors des circuits classiques.

Lire aussi :  Gegratineerde mosselen

Claire aime les histoires à hauteur d’humain. Celles qu’on ne voit pas dans les grands JT. Elle écrit sur la vie des quartiers, les luttes sociales, les brasseries de quartier qui ferment, les collectifs citoyens qui s’organisent, les contradictions bruxelloises qu’on adore détester.

Bilingue (et brusseleir par adoption), elle jongle entre les langues comme entre les tramways de la STIB. Elle refuse la neutralité molle et préfère le regard juste, nuancé, sincère, même s’il dérange.

Membre fondatrice de informations.brussels, elle y signe des papiers bruts, tendres ou caustiques — mais toujours vrais.
Sa devise : « Écouter avant d’écrire. Et toujours relire à voix haute. »