Historische achtergrond
De Brusselse wafel vindt haar oorsprong in België in de 19e eeuw, en wordt gezien als de elegante tegenhanger van de Luikse wafel. Terwijl Luikse wafels dik en compact zijn, is de Brusselse wafel luchtiger, rechthoekig van vorm, en wordt ze vaak geserveerd met poedersuiker, slagroom, fruit of chocolade. Hoewel niet officieel erkend als UNESCO-erfgoed, maken zowel de Brusselse als de Luikse wafels deel uit van het Belgische culinaire erfgoed en toerisme. Straatverkopers, cafés en marktkramen in Brussel dragen bij aan de levendige wafelcultuur die bezoekers van over de hele wereld aantrekt.
Ingrediënten (voor ongeveer 8 wafels)
-
250 g bloem
-
2 eieren (gescheiden)
-
375 ml lauwe melk
-
100 g gesmolten boter (ongezouten)
-
1 zakje vanillesuiker
-
15 g verse gist of 7 g droge gist
-
1 eetlepel suiker
-
Snufje zout
Bereidingswijze
-
Gist activeren
Los de verse gist of droge gist op in een beetje lauwe melk met een eetlepel suiker. Laat 5-10 minuten rusten tot het begint te schuimen. -
Bloem mengen
Zeef de bloem in een grote kom. Voeg het gistmengsel toe, samen met de rest van de melk en vanillesuiker. Roer goed door tot een glad beslag ontstaat. -
Eidooiers en boter toevoegen
Voeg de eidooiers toe, gevolgd door de gesmolten boter. Meng tot alles goed is opgenomen. -
Eiwitten kloppen
Klop de eiwitten stijf met een snufje zout in een aparte kom. Spatel ze voorzichtig onder het beslag. Dit maakt de wafels lekker luchtig. -
Rusttijd
Laat het beslag afgedekt 30 tot 45 minuten rijzen op een warme plek tot het wat luchtiger is geworden. -
Bakken
Verhit een wafelijzer (bij voorkeur met rechthoekige Brusselse wafelplaten). Vet het lichtjes in en bak de wafels in enkele minuten goudbruin en krokant.

Claire Delmarche est née à Jette, a grandi à Forest et vit aujourd’hui à Saint-Josse.
Bruxelles, elle la traverse en tram, en vélo ou à pied, carnet en main et casque sur les oreilles. Formée à l’IHECS, passée par quelques rédactions « où on met plus de temps à remplir un tableau Excel qu’à écrire un article », elle a vite compris qu’elle serait plus libre en dehors des circuits classiques.
Claire aime les histoires à hauteur d’humain. Celles qu’on ne voit pas dans les grands JT. Elle écrit sur la vie des quartiers, les luttes sociales, les brasseries de quartier qui ferment, les collectifs citoyens qui s’organisent, les contradictions bruxelloises qu’on adore détester.
Bilingue (et brusseleir par adoption), elle jongle entre les langues comme entre les tramways de la STIB. Elle refuse la neutralité molle et préfère le regard juste, nuancé, sincère, même s’il dérange.
Membre fondatrice de informations.brussels, elle y signe des papiers bruts, tendres ou caustiques — mais toujours vrais.
Sa devise : « Écouter avant d’écrire. Et toujours relire à voix haute. »
0 reacties