Bloemkool met witte saus, of bloemkool in béchamelsaus, is een klassiek gerecht uit de Nederlandse keuken dat vaak wordt geserveerd als bijgerecht bij een hoofdmaaltijd. Het gerecht is onderdeel van de traditie van het koken met eenvoudige, lokale ingrediënten en technieken die in de 19e en 20e eeuw populair waren in Nederland. De oorsprong van het gerecht kan worden teruggevoerd naar de Franse keuken, waar de béchamelsaus (een saus gemaakt van boter, bloem en melk) werd geïntroduceerd in de 17e eeuw door de Franse chef-kok Marie-Antoine Carême, en later verder ontwikkeld door Auguste Escoffier. Béchamelsaus wordt vaak gezien als een van de klassieke moedersauzen in de Franse kooktraditie.
Ingrediënten:
-
1 bloemkool (middelgroot)
-
25 g boter
-
25 g bloem
-
300 ml melk
-
Snufje nootmuskaat (optioneel)
-
Zout en peper naar smaak
Bereiding:
-
Bloemkool koken:
-
Snijd de bloemkool in roosjes.
-
Breng een grote pan water aan de kook, voeg een beetje zout toe en kook de bloemkoolroosjes ongeveer 8-10 minuten totdat ze zacht zijn, maar nog stevig genoeg om niet uit elkaar te vallen. Giet de bloemkool af en zet deze even opzij.
-
-
Witte saus maken:
-
Smelt de boter in een pan op middelhoog vuur.
-
Voeg de bloem toe aan de gesmolten boter en roer goed door, zodat je een roux krijgt. Laat dit 1-2 minuten zachtjes koken om de bloemsmaak te verwijderen.
-
Voeg geleidelijk de melk toe, terwijl je constant blijft roeren om klontjes te voorkomen. Blijf roeren totdat de saus dikker wordt.
-
Breng de saus op smaak met zout, peper en eventueel een snufje nootmuskaat.
-
-

Claire Delmarche est née à Jette, a grandi à Forest et vit aujourd’hui à Saint-Josse.
Bruxelles, elle la traverse en tram, en vélo ou à pied, carnet en main et casque sur les oreilles. Formée à l’IHECS, passée par quelques rédactions « où on met plus de temps à remplir un tableau Excel qu’à écrire un article », elle a vite compris qu’elle serait plus libre en dehors des circuits classiques.
Claire aime les histoires à hauteur d’humain. Celles qu’on ne voit pas dans les grands JT. Elle écrit sur la vie des quartiers, les luttes sociales, les brasseries de quartier qui ferment, les collectifs citoyens qui s’organisent, les contradictions bruxelloises qu’on adore détester.
Bilingue (et brusseleir par adoption), elle jongle entre les langues comme entre les tramways de la STIB. Elle refuse la neutralité molle et préfère le regard juste, nuancé, sincère, même s’il dérange.
Membre fondatrice de informations.brussels, elle y signe des papiers bruts, tendres ou caustiques — mais toujours vrais.
Sa devise : « Écouter avant d’écrire. Et toujours relire à voix haute. »
0 reacties