Historische achtergrond
De Couque de Dinant zou voor het eerst zijn gebakken in de 12e eeuw. De stad Dinant was destijds bekend om zijn bakkerijen die deze harde koekjes maakten. Het koekje werd oorspronkelijk gebakken uit honing en bloem, waardoor het een zoet en hard product werd. De traditionele Couque de Dinant is een harde koek in de vorm van een plat object, vaak versierd met typische motieven of symbolen. De originele ingrediënten bestaan voornamelijk uit honing en meel, en het deeg wordt in de oven gebakken bij hoge temperaturen. Hierdoor is de koek extreem hard, waardoor het soms moeilijk is om ermee te eten zonder het te breken.De productie van de Couque de Dinant is een ambachtelijk proces dat sinds de middeleeuwen nauwelijks is veranderd. Het deeg wordt met de hand bewerkt en uitgesneden in de gewenste vormen, waarna het in traditionele ovens wordt gebakken.
Ingrediënten:
-
500 g bloem
-
250 g honing
-
50 g suiker
-
1 eetlepel citroensap
-
Een snufje zout
-
Een beetje water (indien nodig)
Bereiding:
-
Mengen van de ingrediënten:
-
Meng de bloem, suiker en zout in een grote kom.
-
Verwarm de honing in een klein pannetje op laag vuur totdat deze vloeibaar wordt. Voeg vervolgens het citroensap toe.
-
-
Deeg maken:
-
Giet de vloeibare honing langzaam bij de bloem en meng alles goed door elkaar. Voeg, indien nodig, een beetje water toe om het deeg samen te brengen. Het deeg moet stevig en een beetje taai zijn.
-
-
Vormen maken:
-
Rol het deeg uit op een met bloem bestoven oppervlak tot een dikte van ongeveer 1 cm.
-
Gebruik een houten mal of een uitsteekvorm om de gewenste figuren te snijden (meestal geometrische vormen of symbolen die typerend zijn voor de regio Dinant).
-
-
Bakken:
-
Leg de gesneden vormen op een bakplaat bekleed met bakpapier.
-
Bak de couques in een voorverwarmde oven op 150°C gedurende ongeveer 1 uur, of totdat ze hard en goudbruin zijn. Het bakken duurt langer dan bij gewone koekjes, omdat de couque de Dinant erg hard moet zijn.
-
-
Afkoelen:
-
Laat de couques volledig afkoelen voordat je ze uit de oven haalt.
-

Claire Delmarche est née à Jette, a grandi à Forest et vit aujourd’hui à Saint-Josse.
Bruxelles, elle la traverse en tram, en vélo ou à pied, carnet en main et casque sur les oreilles. Formée à l’IHECS, passée par quelques rédactions « où on met plus de temps à remplir un tableau Excel qu’à écrire un article », elle a vite compris qu’elle serait plus libre en dehors des circuits classiques.
Claire aime les histoires à hauteur d’humain. Celles qu’on ne voit pas dans les grands JT. Elle écrit sur la vie des quartiers, les luttes sociales, les brasseries de quartier qui ferment, les collectifs citoyens qui s’organisent, les contradictions bruxelloises qu’on adore détester.
Bilingue (et brusseleir par adoption), elle jongle entre les langues comme entre les tramways de la STIB. Elle refuse la neutralité molle et préfère le regard juste, nuancé, sincère, même s’il dérange.
Membre fondatrice de informations.brussels, elle y signe des papiers bruts, tendres ou caustiques — mais toujours vrais.
Sa devise : « Écouter avant d’écrire. Et toujours relire à voix haute. »
0 reacties