Historische achtergrond
Het rijsttaartje is nauw verbonden met de Belgische bakkerscultuur, vooral in de provincie Limburg en Vlaams-Brabant. De stad Verviers en het dorpje Herve (bekend van de Hervekaas) staan bekend om hun ambachtelijke rijsttaartjes. Ook in en rond de stad Leuven is het een populaire lekkernij. Hier werd het vaak verkocht op markten en kermissen als traktatie. De rijstvlaai is een variant van de traditionele Limburgse vlaai, die in beide Limburgen (zowel Nederlands als Belgisch) een grote rol speelt. Die vlaaien zijn platte taarten met een gistdeegbodem, vaak gevuld met fruit, pudding of rijstpap. De rijstvlaai is daarin een unieke variant omdat ze minder zoet en voller van structuur is dan andere vlaaien.
Ingrediënten
Voor een taart van 8 à 10 personen:
-
1 liter volle melk
-
150 g dessertrijst (rondkorrel)
-
150 g fijne kristalsuiker
-
1 zakje vanillesuiker (of 1 vanillestokje)
-
2 eieren
-
1 eidooier (optioneel, voor het bestrijken)
-
1 snuifje zout
-
1 rol bladerdeeg (kant-en-klaar of zelfgemaakt)
-
Eventueel: kaneel of nootmuskaat voor afwerking
Bereidingswijze
-
Voorbereiding van de rijstpap:
-
Breng de melk aan de kook met de vanillesuiker (of vanillestokje).
-
Voeg de rijst en het snuifje zout toe.
-
Laat zachtjes koken gedurende ± 30 à 40 minuten, tot de rijst gaar en smeuïg is. Roer regelmatig zodat het niet aanbrandt.
-
Voeg de suiker toe op het einde en meng goed.
-
Laat iets afkoelen.
-
-
Eieren toevoegen:
-
Klop de 2 eieren los en meng onder de lauwe rijstpap.
-
Laat dit mengsel volledig afkoelen.
-
-
Deeg & vullen:
-
Verwarm de oven voor op 180°C (boven- en onderwarmte).
-
Bekleed een taartvorm (∅ ± 26 cm) met het bladerdeeg.
-
Prik met een vork gaatjes in de bodem.
-
Giet het rijstmengsel op het deeg.
-
Strijk glad en eventueel bestrijken met eidooier voor een glanzend resultaat.
-
-
Bakken:
-
Bak gedurende 35 à 45 minuten in het midden van de oven tot de bovenkant goudbruin is en het deeg gaar.
-
Laat volledig afkoelen alvorens aan te snijden.
-

Claire Delmarche est née à Jette, a grandi à Forest et vit aujourd’hui à Saint-Josse.
Bruxelles, elle la traverse en tram, en vélo ou à pied, carnet en main et casque sur les oreilles. Formée à l’IHECS, passée par quelques rédactions « où on met plus de temps à remplir un tableau Excel qu’à écrire un article », elle a vite compris qu’elle serait plus libre en dehors des circuits classiques.
Claire aime les histoires à hauteur d’humain. Celles qu’on ne voit pas dans les grands JT. Elle écrit sur la vie des quartiers, les luttes sociales, les brasseries de quartier qui ferment, les collectifs citoyens qui s’organisent, les contradictions bruxelloises qu’on adore détester.
Bilingue (et brusseleir par adoption), elle jongle entre les langues comme entre les tramways de la STIB. Elle refuse la neutralité molle et préfère le regard juste, nuancé, sincère, même s’il dérange.
Membre fondatrice de informations.brussels, elle y signe des papiers bruts, tendres ou caustiques — mais toujours vrais.
Sa devise : « Écouter avant d’écrire. Et toujours relire à voix haute. »
0 reacties