Historische achtergrond
De oorsprong van speculaas ligt in de regio’s van Nederland, België en Duitsland. Het koekje is waarschijnlijk ontstaan in de Middeleeuwen, toen kruiden zoals kaneel, kruidnagel, gember en nootmuskaat populair werden in Europa. Deze specerijen kwamen via de handelsroutes uit het verre oosten en werden steeds gebruikelijker in de Europese keuken. In Nederland en België wordt speculaas vaak geassocieerd met de feestdagen, vooral rond Sinterklaas (6 december) en de kerstperiode.
Ingrediënten:
-
250 g bloem (tarwebloem)
-
150 g koude boter, in blokjes
-
100 g donkere basterdsuiker
-
1 ei (optioneel, voor een stevigere structuur)
-
2 theelepels speculaaskruiden (of een mengsel van kaneel, nootmuskaat, kruidnagel, gember, en witte peper)
-
Snufje zout
-
1 eetlepel melk (optioneel, voor een soepelere deeg)
-
Eventueel amandelen of suiker om te versieren
Bereidingswijze:
-
Meng de droge ingrediënten: Zeef de bloem en meng het met de speculaaskruiden, basterdsuiker en een snufje zout in een grote kom.
-
Voeg de boter toe: Voeg de koude boterblokjes toe aan het bloemmengsel. Gebruik je vingers of een deegmenger om de boter in de bloem te verwerken totdat het mengsel op grof zand lijkt.
-
Maak het deeg: Voeg het ei toe (indien gebruikt) en een beetje melk als het deeg te droog is. Kneed het deeg kort tot een samenhangende bal. Als het deeg te kleverig is, kun je het in de koelkast een half uur laten rusten.
-
Rol het deeg uit: Bestuif het werkblad met wat bloem en rol het deeg uit tot een dikte van ongeveer 5 mm.
-
Snijd de speculaasjes: Snijd de speculaas uit met een koekjesvorm of in traditionele speculaasfiguren, zoals molens, Sinterklaasfiguren, of hartjes.
-
Bak de speculaas: Verwarm de oven voor op 175°C. Leg de speculaasjes op een bakplaat bekleed met bakpapier. Bak ze in ongeveer 10-15 minuten goudbruin.
-
Laat afkoelen: Laat de speculaasjes na het bakken even afkoelen op een rooster.

Claire Delmarche est née à Jette, a grandi à Forest et vit aujourd’hui à Saint-Josse.
Bruxelles, elle la traverse en tram, en vélo ou à pied, carnet en main et casque sur les oreilles. Formée à l’IHECS, passée par quelques rédactions « où on met plus de temps à remplir un tableau Excel qu’à écrire un article », elle a vite compris qu’elle serait plus libre en dehors des circuits classiques.
Claire aime les histoires à hauteur d’humain. Celles qu’on ne voit pas dans les grands JT. Elle écrit sur la vie des quartiers, les luttes sociales, les brasseries de quartier qui ferment, les collectifs citoyens qui s’organisent, les contradictions bruxelloises qu’on adore détester.
Bilingue (et brusseleir par adoption), elle jongle entre les langues comme entre les tramways de la STIB. Elle refuse la neutralité molle et préfère le regard juste, nuancé, sincère, même s’il dérange.
Membre fondatrice de informations.brussels, elle y signe des papiers bruts, tendres ou caustiques — mais toujours vrais.
Sa devise : « Écouter avant d’écrire. Et toujours relire à voix haute. »
0 reacties