Historische achtergrond
De populariteit van dit gerecht in België gaat hand in hand met de bloei van de kusttoerisme en de zeevruchtenindustrie in de 19e en 20e eeuw. De combinatie van de frisse, zachte smaak van tomaten met de umami-rijke, zoute smaak van garnalen maakt het gerecht zowel verfrissend als luxueus. In de Belgische keuken wordt het vaak geserveerd als een voorgerecht of als lunch.
Ingrediënten:
-
500 g garnalen (gepeld en schoongemaakt)
-
6 rijpe tomaten (geschild en in blokjes gesneden)
-
1 ui (gesnipperd)
-
2 teentjes knoflook (gehakt)
-
1 rode paprika (in blokjes gesneden)
-
2 eetlepels olijfolie
-
1 eetlepel tomatenpuree
-
1 theelepel suiker (optioneel, voor de smaakbalans)
-
Zout en peper naar smaak
-
Verse kruiden (bijvoorbeeld basilicum of peterselie)
-
Een scheutje witte wijn of visbouillon (optioneel)
-
Citroensap (naar smaak)
Bereidingswijze:
-
Voorbereiding garnalen: Als je rauwe garnalen gebruikt, bak ze dan eerst in een hete pan met een beetje olie. Bak ze 2-3 minuten aan elke kant tot ze roze zijn. Zet ze apart.
-
De saus maken:
-
Verhit de olijfolie in een grote pan of wok.
-
Voeg de ui en knoflook toe en fruit ze tot ze zacht en glazig zijn.
-
Voeg de paprika toe en bak nog 2-3 minuten.
-
Voeg de tomatenpuree toe en bak deze een minuut mee om de smaken te laten ontwikkelen.
-
-
Tomaten en smaakmakers: Voeg de gesneden tomaten toe aan de pan. Laat de tomaten zacht worden en hun vocht vrijgeven. Dit duurt ongeveer 5-7 minuten. Als de saus te dik is, kun je een scheutje witte wijn of visbouillon toevoegen.
-
Op smaak brengen: Voeg suiker, zout, en peper toe naar smaak. Laat de saus nog even zachtjes pruttelen tot de tomaten volledig zijn ingekookt en de saus een mooie, dikke consistentie heeft.
-
Garnalen toevoegen: Voeg de garnalen terug in de pan en laat ze een paar minuten mee verwarmen in de saus.
-
Afwerking: Garneer met verse kruiden zoals basilicum of peterselie en een beetje citroensap voor extra frisheid.

Claire Delmarche est née à Jette, a grandi à Forest et vit aujourd’hui à Saint-Josse.
Bruxelles, elle la traverse en tram, en vélo ou à pied, carnet en main et casque sur les oreilles. Formée à l’IHECS, passée par quelques rédactions « où on met plus de temps à remplir un tableau Excel qu’à écrire un article », elle a vite compris qu’elle serait plus libre en dehors des circuits classiques.
Claire aime les histoires à hauteur d’humain. Celles qu’on ne voit pas dans les grands JT. Elle écrit sur la vie des quartiers, les luttes sociales, les brasseries de quartier qui ferment, les collectifs citoyens qui s’organisent, les contradictions bruxelloises qu’on adore détester.
Bilingue (et brusseleir par adoption), elle jongle entre les langues comme entre les tramways de la STIB. Elle refuse la neutralité molle et préfère le regard juste, nuancé, sincère, même s’il dérange.
Membre fondatrice de informations.brussels, elle y signe des papiers bruts, tendres ou caustiques — mais toujours vrais.
Sa devise : « Écouter avant d’écrire. Et toujours relire à voix haute. »
0 reacties